Geluidshinder door mede-bewoner

11-05-2016 16:53
VONNIS Vredegerecht Oudenaarde, 13 november 2014
Eisende partij: Verhuurder
Verwerende partij: Huurder
 
FEITEN
Verweerder heeft de huurovereenkomst beëindigd met onmiddellijke ingang op grond van overmacht veroorzaakt door geluidshinder, druggebruik en vandalisme van een mede-bewoner.
 
VORDERING
·         de ontbinding van de huurovereenkomst
·         een wederverhuringsvergoeding ten belope van 3 maanden huur
 
BEOORDELING
De beëindiging van de huurovereenkomst op grond van overmacht is enkel mogelijk wanneer er zich omstandigheden voordoen die de uitvoering van de huurovereenkomst volstrekt onmogelijk maken, zonder dat deze omstandigheden te wijten zijn aan de fout van de schuldenaar, in casu wordt de uitvoering van de huurovereenkomst louter bemoeilijkt. (art. 1147 en 1148 B.W.)
 
Wel is er sprake van een feitelijke stoornis door derde, waarvoor de verhuurder niet kan worden aangesproken. (art. 1725 B.W.)
 
Niettemin gaat het in casu om een uitzonderlijke situatie daar de eisende partij eigenaar is van het ganse gebouw en bijgevolg eveneens verhuurder is van de mede-bewoner dewelke hinder veroorzaakt. In deze optiek kan er wel degelijk sprake zijn van een contractuele wanprestatie in hoofde van de eisende partij indien deze laatste nalaat de nodige maatregelen te nemen om de stoornis te doen ophouden.
 
BESLISSING
·         ontbinding van de huurovereenkomst wordt toegekend
·         wederverhuringsvergoeding wordt beperkt tot 2 maanden huur.
Terug

Doorzoek de website

© 2015 Alle rechten voorbehouden.